EEMONLINE

3. Van de KNO-arts naar de internist

De keelpijn verdween uiteindelijk, heeeeel langzaam. Na ruim een maand kon ik weer heel voorzichtig iets beter eten en ik was natuurlijk flink afgevallen.

Weken na de operatie bleef ik zo ontzettend moe. Verslapt, helemaal op. Ach, het is ook een heftige ingreep geweest, het heeft vast tijd nodig, dacht ik. En met al die heftige medicijnen die ik ruim 2 weken in m’n lijf heb gestopt…
Ik ben na een maand of 2 heel voorzichtig weer begonnen met trainen. Vast goed voor me, en dan zal alles vast snel beter gaan. Ik heb natuurlijk ook maanden niks gedaan. Maar na een paar trainingen merkte ik dat het slechter ging. Ik herstelde niet meer, was compleet ingestort na de trainingen en kon bijna alleen nog maar liggen. Toch niet zo verstandig om daarmee door te gaan.

Nog een paar maanden later wist ik het niet meer. Ik had veel dagen dat ik alleen nog maar op de bank kon liggen en mijn armen nauwelijks kon optillen om iets te doen. Rechtop zitten was al zwaar. Ik ben weer teruggegaan naar de huisarts. Ik wilde per se een nieuwe bloedtest, ik wist zo zeker dat er iets niet goed was. De huisarts wilde me in eerste instantie niet laten prikken, maar uiteindelijk op mijn wanhopige aandringen mocht ik weer naar de prikpost voor een minimale bloedtest. Ook hier kwam niks uit. Huilend bij de huisarts teruggekomen omdat ik het niet meer wist. Hij heeft me uiteindelijk doorgestuurd naar de internist, “Tja, iedereen is wel eens moe. Het gaat meestal vanzelf wel weer over. Bij sommigen duurt het gewoon wat langer.”

“Het gaat meestal vanzelf wel weer over.”

De internist was aardig, dacht mee en ik voelde me in ieder geval serieus genomen. Ik mocht een aantal standaard onderzoeken ondergaan voor dit soort klachten. Een hartfilmpje, een paar longfoto’s en een zeer uitgebreide bloedtest. Dit gaf een soort van hoop, hier moest toch gewoon iets van een antwoord uitkomen? Maar na een paar weken op het volgende spreekuur kon de internist me ook niet verder helpen.